You have not accepted cookies yet

This content is blocked. Please accept marketing cookies. You can do this here.

Bart Verhaegen

Master in de Geografie en Senior Specialist Water bij Arcadis

We horen het de laatste tijd vaak: “Is het nu weeral aan het regenen?” en “Het watertekort zal nu wel opgelost zijn zeker? Tijd voor droog weer!”. Klopt deze perceptie en zijn we dit jaar beter gewapend tegen toekomstige droogte? Bart Verhaegen is waterspecialist bij Arcadis en analyseert de regenstatistieken van afgelopen jaren.

 

Heeft het écht meer geregend dan anders?

Sinds het begin van de weerkundige herfst (die begon op 1 september, het voorbije half jaar dus) viel op de meeste plaatsen in ons land al bijna evenveel regen als in een volledig jaar. Dit geldt niet alleen voor de door overstromingen geplaagde Westhoek, in het hele land was het natter dan doorgaans het geval is. Ook de maanden daarvoor regende het veel waardoor 2023 in zijn geheel een zeer nat jaar was. In het zuiden van België was vooral de Semoisvallei uitzonderlijk nat met lokaal 1800 millimeter neerslag op jaarbasis.

Het goede nieuws is dat dit zich op de meeste plaatsen vertaalt in een normale tot hoge grondwaterstand. De droogte indicator van de Vlaamse Milieumaatschapij (VMM) geeft aan dat het nergens in Vlaanderen momenteel te droog is voor de tijd van het jaar. In tegendeel zelfs, op dit moment is het in sommige regio’s zeer nat. In de Kempen bijvoorbeeld worden uitzonderlijk hoge grondwaterstanden gemeten. Dit staat in schril contrast met de langdurige droogteperiodes van de afgelopen jaren waarin het grondwater vaak te laag stond zoals in de zomer van 2022.

 

Zijn we nu gewapend tegen toekomstige droogte?

Ja, maar enkel op korte termijn. Het verleden leert ons dat een langdurig natte periode ons uit de problemen houdt tijdens een daaropvolgende droge zomer, maar ook niet meer dan dat. Een recent voorbeeld is het jaar 2016 dat regionaal een zeer natte zomer kende. Daaropvolgend kregen we in 2017 een droge lente en zomer. De grondwaterbuffer bleek toen voldoende opgebouwd om geen noemenswaardige watertekorten te veroorzaken. Maar daardoor vingen we het tweede zeer droog en warm groeiseizoen van 2018 aan met minder reserve, wat de overheid verplichtte tot het nemen van maatregelen om drinkwater te sparen, zoals een verbod op het wassen van auto’s en het sproeien van tuinen.

Voor de zomer van dit jaar kunnen we in ons land dus gerust zijn. Maar het voorbeeld van 2016-2018 leert ons dat we kwetsbaar zijn omdat de huidige reserve geen meerwaarde biedt op lange termijn. Het is en blijft dus belangrijk om voldoende water in de grond vast te houden. Zeker in ons nieuwe klimaat waarin drogere jaren worden afgewisseld met nattere jaren. De belangrijkste redenen hiervoor zijn:

1. Een veranderend globaal klimaat wijzigt onze weerpatronen. Eenzelfde weertype (droog of nat) kan veel langer standhouden.

2. Warmere lucht kan meer waterdamp bevatten. Dit fenomeen heeft twee gevolgen: opgewarmde lucht kan enerzijds meer vocht opnemen en wegblazen naar andere gebieden, waardoor het dus droog blijft. Maar anderzijds het kan ook de kans op neerslag vergroten omdat er meer vocht beschikbaar is, waardoor het dan weer meer regent.

3. In West-Europa is de luchtkwaliteit de laatste jaren verbeterd. Propere lucht laat meer zonnestraling door en zorgt voor minder wolkenvorming. Sinds het jaar 2000 is ons zomerhalfjaar al zo’n 16 procent zonniger. Meer zon betekent meer verdamping, en dus een groter droogterisico.

4. Een grond die al droger is, zorgt voor drogere lucht en potentieel hogere temperaturen. We zitten dus in een neerwaartse spiraal.

Professor Patrick Willems van de KU Leuven stelde vast dat we slechts 40 procent van ons regenwater vasthouden, de rest voeren we af. Om ons aan te passen aan het veranderend klimaat zouden we 10 tot 20 procent éxtra water moeten vasthouden of besparen.

 

Hoe kunnen we meer water vasthouden?

Meer water vasthouden geeft ons een buffer voor drogere periodes. Maar hoe doen we dat dan juist? Er bestaat niet één wonderoplossing. Overheid, bedrijven en burgers moeten op meerdere fronten tegelijk actie ondernemen.

1. Geef ruimte aan regenwater en laat het niet zomaar afvoeren. Bijvoorbeeld door oude waterlopen opnieuw open te leggen en bufferbekkens te integreren in het straatbeeld.

2. Onthard de bodem zodat regenwater zo veel mogelijk rechtstreeks kan infiltreren.

3. Sla regenwater op zodat je het kan hergebruiken.

4. Laat regenwater dat niet hergebruikt kan worden, zoveel mogelijk infiltreren op eigen terrein. Zowel op openbaar domein als in private tuinen.

5. Zorg voor minder drainage en ontwatering van natte gebieden, ook als dat betekent dat er ’s winters grote plassen zullen staan.

 

Voorbeelden uit de praktijk

Als ingenieursbureau met een sterke focus op duurzame oplossingen, werkt Arcadis nauw samen met verschillende overheden en bedrijven op het gebied van watermanagement en ecologie. Enkele interessante projecten zijn het winkelpark Malinas in Mechelen waar regenwater optimaal geïnfiltreerd en hergebruikt wordt en de transformatie van de Prinshoeveweg in Ekeren waar we de verborgen waterlopen opnieuw blootlegden. Ook bij de heraanleg van de Kanaalkom in Hasselt stond de verbinding met het water centraal.

Daarnaast adviseren we overheden en bedrijven en sturen we het beleid in de juiste richting. Een succesvol voorbeeld hiervan is het zesjarige project waarin we hemelwater- en droogteplannen hebben opgesteld voor twintig gemeenten waar Fluvius rioolbeheerder is. Deze plannen stimuleren steden en gemeenten om na te denken over water, en we begeleiden hen bij het identificeren en aanpakken van wateroverlast en droogte. We blijven beschikbaar om deze plannen te actualiseren en nieuwe gemeenten en bedrijven te ondersteunen bij het opstellen van soortgelijke plannen, met als doel het creëren van leefbare, waterrobuuste en klimaatrobuuste woonomgevingen.

{{i_item.PromoTitle}}

Twee zomers later: lessen van de waterbom

In juli 2021 werd ons land getroffen door één van de grootste overstromingen van de afgelopen honderd jaar. Wat kunnen we hieruit leren?